Corona crisis

Het is onze behoefte om bij deze kort te vermelden dat het in deze tijden van corona crisis naar omstandigheden goed met ons gaat. Het betekent veel voor iedereen, ook voor ons. Maar voor zover wij weten zijn we gezond.

Joëlle is helemaal thuis. Evenals de andere kinderen. En zelf werk ik ook thuis. De verzorging en begeleiding doen we nu 24/7 zelf. Willemijn en Matthias hebben thuisschool, en helpen daarnaast in huis of bij Joëlle. Zelf ben ik veel aan het werk vanuit de slaapkamer, met m’n laptopje. Omdat ik in de (gehandicapten)zorg werk hoef  ik me niet te vervelen, en mag ik flink aan de bak.

Vanwege de 24-uurs zorg en begeleiding van Joëlle is het heel druk. Want daarnaast hebben we nog het huishouden, baby Samuël, twee pubers en een fulltime baan… Maar we redden ons. We zijn wel extra bezorgd om Joëlle. We weten al niet wat het virus met ons doet, laat staan met Joëlle, die zo kwetsbaar is. Vandaar dat we zoveel mogelijk thuis blijven, en proberen het risico op besmetting daarmee te verkleinen.

Tot zover even deze korte update. We wensen iedereen die op welke wijze ook betrokken is bij deze corona crisis veel sterkte, kracht en wijsheid toe!

 

Levend verlies

Hierbij mijn laatste blog van dit jaar. Het is voor ons een veelbewogen jaar geweest. Een jaar waarin onze jongste telg Samuël geboren is, ik mijn Associate degree Social Work heb behaald, en het jaar waarin ik een verantwoordelijke leidinggevende functie kreeg bij mijn werkgever (en daardoor ook weer fulltime ben gaan werken). En oh ja, het jaar waarin ik het schrijven van mijn blogs weer heb opgepakt :-).

Los van dat proberen we vier kinderen op te voeden, met alles wat daarbij hoort. Tot zover niets bijzonders. Ja, druk. Natuurlijk. Maar dat is in veel gezinnen in deze fase het geval.

Maar dan komt het verschil: Joëlle is ernstig meervoudig beperkt. En voor velen zal het lijken alsof het voor ons inmiddels normaal is om naast de andere kinderen voor haar te zorgen. Zeker, we doen het met liefde. Maar wennen doet het nooit. Normaal wordt het niet. En hoe dat is wordt bijzonder treffend beschreven door Manu Keirse onder de noemer ‘Levend verlies’.

Heeft een kind een ernstige ziekte, een lichamelijke of verstandelijke beperking of een chronische aandoening, dan  verandert het leven van ouders totaal. Hoewel het kind leeft, ervaren de ouders toch een verlies. Levend verlies, want het is een rouwproces dat nooit over gaat.

 Elke dag weer staan ouders met een kind met een beperking voor tal van uitdagingen. Dit vraagt een aanpassing van het hele gezin, elke dag weer opnieuw. Niet alleen van de ouders, maar ook van de andere kinderen. Zij moeten immers de extra aandacht die naar het broertje of zusje met een beperking gaat voortaan missen.

Een andere verandering met enorme impact is dat deze ouders continu met hulpverleners rond hun kind te maken hebben. Zij leven vanaf de geboorte als het ware in een aquarium. Alle aspecten van hun persoonlijke leven worden eigenlijk voortdurend onder de loep genomen. Zij moeten hun hele ziel en zaligheid blootleggen om de juiste hulp en financiële ondersteuning te krijgen, ook over zaken die men liever voor zichzelf zou houden. Daarnaast krijgen zij voortdurend te maken met wisseling van professionele contacten en moet hun kind allerlei screenings ondergaan. Vaak betekent dit dat een van de ouders genoodzaakt is om veel minder te gaan werken. Daar komt de psychische belasting nog bij. Niet alleen van de zorg zelf, maar ook over de hele ontwikkeling van hun kind.

Het gaat om verlies waar je niet over kunt rouwen. Het betreft namelijk chronische rouw die in elke levensfase opnieuw terugkomt. Levend verlies verloopt vaak achronologisch. De intensiteit van het verdriet neemt niet af in de jaren, maar neemt vaak juist toe. De beperking gaat steeds zwaarder drukken.

Erkenning voor blijvende gevoelens van verlies is wezenlijk. Je hebt daar recht op, en ook op ondersteuning, zodat je overeind blijft. Niemand houdt het alleen vol.

Zo. Ik citeer maar even. Het interview met de beste man lazen we in een nummer van Lotje&co, ongeveer een jaar geleden. Manu Keirse is klinisch psycholoog en werkzaam aan de faculteit geneeskunde van de Katholieke Universiteit Leuven. Hij is gespecialiseerd in het omgaan met verlies en verdriet en auteur van verschillende boeken die betrekking hebben op dit onderwerp.

Dit te lezen trof ons bijzonder, en daarom vind ik het mooi om het eens te delen via een blog. Ik wil de woorden maar voor zich laten spreken, en er niet al teveel aan toe voegen. Alleen dit. We staan er niet alleen voor. Op Éen kunnen we vast vertrouwen! Vaak is gebleken dat God van ons en ons verdriet af weet. Maar ook dat Hij ons (soms heel praktisch) helpt in de nood. Daarmee wordt niet opeens alles makkelijk. Maar wat een troost! Daardoor hoeven en mogen we niet in mineur te eindigen. Want God is goed!

Onwillekeurig moet ik denken aan Psalm 121 berijmd, wat je dan wel eens zingt in de kerk, maar soms helemaal niet mee kan zingen…

‘Hij is, al treft u ’t felst verdriet,
Uw Wachter, Die uw voet
Voor wankelen behoedt;
Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;
Geen kwaad zal u genaken.
De HEER’ zal u bewaken.’

Ik wens alle lezers van dit weblog mede namens mijn vrouw en kinderen van harte gezegende Kerstdagen en een voorspoedig 2020 toe!

De Riezebus

Onze Riezebus

Een paar jaar geleden zijn we gestuit op een tweedehands volkswagenbusje met aanpassingen voor een rolstoel. Het vehicle was al zo’n vijftien jaar oud, maar had voor een dieseltje nog niet bijster veel kilometers op de teller.

Het was even wennen. We hadden ons laten informeren door de firma Welzorg Auto op maat. Daardoor kregen we een beeld van wat nodig was om als gezin, met Joëlle in rolstoel, op pad te kunnen. Eerst dachten we nog aan een aangepaste Caddy. Maar dan heb je praktisch geen zitplaatsen voor extra passagiers. Dus moet je aan een busje.

We kregen advies over de plek waar de rolstoel zou moeten staan, welk comfort minimaal aanwezig zou moeten zijn, al dan niet elektrische rolstoelliften, merken, types, en…. Prijzen.

Dat bleek al snel een onmogelijkheid te zijn. Met dat verhaal in ons hoofd liepen we via via het aangepaste volkswagenbusje tegen het lijf. Het stond nota bene hier om de hoek te koop. Oud, diesel, geen comfort, niet voldoend aan de eisen. Maar betaalbaar. En aangepast, met een oprijplankje. Bekleed. Niet gek.

Met dat busje rijden we nu enkele jaren vrolijk rond. Joëlle in het midden, rechts en links van haar Willemijn en Matthias. Voorin Samuël in de Maxi-Cosi op het bankje naast Lianne. Zelf heb ik graag het stuur in handen. Gekscherend noemen we het bakbeest de Riezebus.

De laatste tijd begint de bus wel gebreken te vertonen. Vorig jaar hebben we hem een uitgebreide roestbehandeling gegeven. Maar roest rust blijkbaar niet bij een volkswagenbusje… En bij strenge vorst sluit één van de deuren niet goed. Armleuningen breken spontaan af en de uitlaat heeft een gaatje waardoor hij erg bromt.

Als we op vakantie gaan…

Maar toch is het ons vertrouwde busje, waar we als gezin al heel wat gezellige kilometers in hebben afgelegd. Langzamerhand moeten we gaan nadenken over vervanging. En dat roept opnieuw de vraag op: hoe?! De gemeente vergoed vanuit de WMO namelijk wel aanpassingen die noodzakelijk zijn. Maar niet de bus. De aanschaf is voor jezelf. Leuke bijkomstigheid: aanpassingen worden in de meeste gevallen alleen vergoed als de bus niet ouder dan drie jaar is. En wat een bus niet ouder dan drie jaar kost….. Nou ja, komt tijd, komt raad. Daar vertrouwen we op.

Als we op vakantie zijn.

En oh ja, dan is er nog het stikstofprobleem. De bus is bijna twintig jaar oud en diesel… Dat wordt fors bijbetalen vanwege het ontmoedigingsbeleid vanuit de overheid om verouderde diesels te rijden. Ook al heb je eigenlijk geen andere keuze, toch word je ‘gestraft’. Afijn, nog een reden om de oude bus te vervangen voor een nieuwe. Hoe?! Daar zijn we nog niet uit. Maar wellicht schrijf ik over een poosje een blog over de nieuwe Riezebus.

Ziekenhuisonderzoek deel 1

In een eerdere blog beloofde ik later terug te komen op aangekondigde onderzoeken in het ziekenhuis. Bij deze wil ik daar meer over vertellen. Vorige week dinsdag waren we voor onderzoeken in Utrecht.

Na Joëlles geboorte zijn veel zaken onderzocht. Daar zijn een aantal operaties op gevolgd om het mondgebied te reconstrueren: het weghalen van een gezwel dat groeide uit een gat in het gehemelte, het weghalen van een naar buiten groeiend stuk kaak, het weghalen van de dubbele mondbodem, het samenstellen van de tong en het dichten van het zachte gedeelte van het gehemelte.

Sommige geconstateerde afwijkingen kunnen en hoeven niet operatief ‘verbeterd’ te worden. Afwijkende hersenstructuren kunnen niet veranderd worden. Maar ook de dubbele hypofyse, een extra slagader in het hoofd en het nagenoeg ontbreken van het corpus callosum zijn niet operatief te beïnvloeden. Wel is inmiddels de vraag: hoe functioneert alles op dit moment. Wat kan door middel van behandeling nog ontwikkelen? Zijn er zogenaamde risicogebieden waar meer controle op moet zijn?

In gesprek met de dokter

Deze vragen, met enkele praktische ongemakken waar Joëlle mee te kampen heeft, waren aanleiding om opnieuw multidisciplinair onderzoek te laten verrichten in Utrecht. Vorige week zijn we daar mee gestart. We hebben ervoor gekozen om Joëlle niet op te laten nemen terwijl dan de onderzoeken uitgevoerd worden. Maar om gedurende de komende maanden regelmatig een halve dag in het ziekenhuis te zijn, poliklinisch dus. Dat lijkt ons minder belastend voor iedereen, en haast hebben de onderzoeken niet.

Tussendoor even ‘bijtanken’ met een sloot koffie

Vorige week hadden we een gesprek met een deel van het schisisteam. Daarnaast een uitgebreid gesprek met de kinderarts, en vervolgens is een start gemaakt met genetisch onderzoek. Dit om te weten waar sommige afwijkingen mee te maken hebben. Het onderzoeken van de genen kunnen ze inmiddels veel beter dan in 2012, toen Joëlle geboren is. De techniek staat niet stil. Dat kan veel nieuwe informatie opleveren. Tegelijkertijd zijn we waakzaam, juist in deze ontwikkelingen. We hoeven immers niet alles te weten wat er te weten valt. Maar als we informatie vinden waardoor Joëlle beter geholpen kan worden, dan doen we het graag.

Overigens werd ons verteld dat inmiddels bekend is dat er in de afgelopen ruime honderd jaar 27 kinderen zijn geboren met afwijkingen in de structuren die vergelijkbaar zijn met die van Joëlle. Echter in bijna alle gevallen zijn die afwijkingen dan ook aanwezig in de organen (in tegenstelling tot bij Joëlle). Deze kinderen zijn bijna allemaal op heel jonge leeftijd gestorven.

Dat is wel iets wat je als ouders moet verwerken. Het maakt het nog bijzonderder dat we Joëlle nog hebben, en dat het goed gaat met haar. We realiseren ons eens te meer dat we dat moeten koesteren, en het maakt ons opnieuw heel klein en dankbaar!

Een andere keer meer over de lopende onderzoeken!

Van Staphorst naar Uddel

 

Tijdens het logeren kregen we deze foto doorgestuurd 🙂

Afgelopen herfstvakantie heeft Joëlle een paar nachtjes gelogeerd op haar logeeradres in Staphorst. Ze vind het heerlijk om af en toe een paar dagen met haar ‘vriendjes en vriendinnetjes’ te zijn. Voor ons is Staphorst een uur rijden, zeker in de spits. Met inpakken, wegbrengen, ophalen, uitpakken en opruimen is logeren aan de ene kant een ontlasting, aan de andere kant ben je er ook druk mee. Maar als ze dan twee nachtjes weg is genieten we er ook van dat we even de zorg niet hebben. De zorg zit in ons systeem, waardoor het dan ook raar is als het even niet hoeft. Sta je medicijnen klaar te maken terwijl Joëlle helemaal niet thuis is…

In de loop van volgend jaar komt er een logeergroep van Adullam naar Uddel, op instelling Kroonheim (waar ik ook werkzaam ben). Dat zorgt voor veel minder reistijd in ons geval. Om praktische redenen zien we daar dus wel naar uit. Ook komt de logeergroep in de nieuwbouw. Joëlle gaat straks dus logeren in de nieuwbouw van Kroonheim, waar ik vanuit het kantoor over uitkijk en wekelijks de vorderingen van zie. Best bijzonder!

Tekening van de nieuwe logeergroep

Ook bijzonder dat ik haar dan zomaar kan tegenkomen, terwijl ik aan het werk ben. En dat ik vanuit mijn functie bezig ben met de opstart van deze logeergroep, wetend dat Joëlle op de wachtlijst staat. Ik merk dat je bij keuzes die er gemaakt moeten worden bedenkt: Is dit goed voor Joëlle? Wat zou dat voor haar betekenen? Worden we daar als ouders blij van? Heeft dat geen risico’s? Krijgt ze wel de beste zorg….?

Ik kijk dus vanuit mijn professie én als ouder naar dit project. Mede daardoor kan ik me goed verplaatsen in de positie van ouders van kinderen, jongeren of volwassenen waar we op Kroonheim voor zorgen!

Ik begrijp ook heel goed dat het voor veel ouders echt een proces is om je kind stukje bij beetje los te laten, als zij op enig moment uit huis moeten gaan wonen. Je hebt altijd zo de zorg voor je kind, en dan moet je dat uit handen geven. Je weet dat het goed is, en toch valt het niet mee. Dan is het ook mooi dat er een optie is om je kind te laten logeren. Het hoeft dan (nog) niet uit huis te wonen, zorgt voor ontlasting van de ouders en uiteindelijk zorgt dat ervoor dat je als ouders langer voor je kind kan blijven zorgen.

Wij merken met Joëlle wel dat het loslaten als zij gaat logeren makkelijker wordt naarmate ze vaker gaat logeren. Je leert er mee omgaan. Ook de andere kinderen genieten er van omdat zij dan toch meer aandacht krijgen. Of we kunnen juist op die dag met elkaar iets gaan doen wat met Joëlle niet kan.

Wij zijn dus erg blij met de mogelijkheid van logeeropvang, en hopen daar nog lang gebruik van te maken!

Noe noe awaa awaa mimme ammi

Dat is ongeveer de zin die Joëlle net tegen me zei. Ik kan er geen chocola van maken! Maar wil toch graag weten wat ze zegt. Ze herhaalt het nog een paar keer, en wijst slapjes een richting in. Als ze na een paar pogingen snapt dat ik het niet begrijp geeft ze het op, en keert een beetje in zichzelf, zit wat te totten en naar buiten te kijken.

Het is eind van de dag, eind van de week, begin van de herfstvakantie. Alle kinderen zijn volgens mij moe. Zo ook Joëlle. Joëlle kan niet praten, wel klanken maken. Ook kent ze heel wat gebaren uit de ondersteunende gebarentaal. Als ze moe is echter, kost het vaak teveel energie om echt duidelijk te maken wat ze bedoelt.

Gelukkig hebben we geleerd haar gedrag, mimiek, klanken en gebaren redelijk te ontcijferen. Daardoor weten we vaak wel wat ze duidelijk wil maken. Zo roept ze regelmatig uwa. Dat is papa. Ammie is hapje. Moemmomme is goedemorgen en moumoe betekent dat ze een windje of een boertje heeft gelaten (Nou moe).

Praten met gebaren

We stimuleren haar om gebaren te gebruiken die ze kent. En ze kent er heel veel. Meer dan wij. Dat leert ze op school en op de therapie. Soms zitten we als gezin met z’n allen om het grote boek “Mijn eerste 1500 gebaren” van het Nederlandse Gebarencentrum. En zoeken we gebaren en betekenissen op om ze aan te leren, of om Joëlle te begrijpen.

De basale emoties zijn altijd vrij makkelijk af te lezen. Joëlle stoot vreugdeklanken uit en alles wiebelt. Ze is blij. Joëlle zit wat in elkaar gedoken en kijkt somber. Joëlle is moe of verdrietig. Joëlle trekt soms een verdrietig gezicht om kenbaar te maken dat ze verdrietig is. Dan zegt ze: “UIe uie” (huilen huilen). Soms strekt ze gewoon haar armen naar je uit. Wat ze dan wil is wel duidelijk: een dikke knuffel.

Vertellen over wat ze op school en de therapie heeft meegemaakt kan ze niet. Soms is dat lastig, want je wil als ouders graag weten wat je kind heeft meegemaakt. We gebruiken een zogenaamde spraakknop als communicatiemiddel tussen school en thuis. Wij spreken ’s morgens een verhaaltje in voor school. En school spreekt een verhaaltje in voor thuis. Ook krijgen we elke dag een dagbrief.

Bijzonder dat we kunnen communiceren!

Hoeveel hoor je niet van gehandicapte kinderen waar geen sociale interactie mee mogelijk is? Ik geloof dat verzorgen dan een stuk zwaarder wordt. Op een gebrekkige, bijzondere, aangepaste manier communiceren wij de hele dag met Joëlle. Mede daardoor krijgen wij ook veel van haar terug. Ze is wat dat betreft heel communicatief en sociaal. We proberen te kijken naar wat we hebben, en niet teveel naar wat we niet hebben. We kunnen ons volledig frustreren over haar spraakgebrek. Maar we kunnen ook opmerken hoe bijzonder het is dat we wel contact hebben. We zijn dan ook heel blij en dankbaar dát we kunnen communiceren!

Aanmeldformulier

Het is oktober, de wind waait, de regen valt, de dagen worden korter. Maar ook veel paddenstoelen, prachtige kleuren en heerlijke geuren. Herfst. Vorig jaar in deze periode ging het niet zo goed met Joëlle. Zie blog update ziekenhuisopname. Na de zomervakantie hebben we Joëlle goed in de gaten gehouden. Bij een standaardcontrole bleek ze een klein beetje afgevallen. Vorige week had ze, na een vrij lange periode aanvalsvrij, toch weer een pittige epileptische aanval. We hoorden het gebeuren en waren er snel bij. Joëlle vocht om weer terug te komen, en uiteindelijk lukte dat. De tijd tussen het begin van de aanval, die we kunnen horen door een verkramping van het borstbeen wat er voor zorgt dat ze een piepend geluid maakt, totdat we weer contact hadden was ongeveer een kwartier. Best heftig. Gisteren heeft ze overgegeven. Liggend in bed tijdens een rustmoment in de middag kwam alles er uit.

Gym op school

We zien dus dat het met Joëlle niet gaat zoals bijvoorbeeld in de zomerperiode. De eerlijkheid gebied te zeggen dat we blij zijn dat het gaat zoals het gaat, zeker in vergelijk met vorig jaar september en oktober. Joëlle gaat vier halve ochtenden naar school/therapie. Ook dat gaat goed. Soms is ze heel moe als ze thuis komt. Na een uurtje rusten komt de energie meestal wel terug. Je merkt wel dat het balanceren is.

En tegen de achtergrond van de vervlogen zomer, toenemende vermoeidheid, een epileptische aanval en onderzoeken die weer gaan starten (daarover later meer) constateren we dat er aan alle kanten druk wordt uitgeoefend op het gezinsleven. Een aanmeldformulier voor een ouderavond, een aanmeldformulier voor logeren, een aanmeldformulier voor (jonge)mantelzorgwaardering, een aanmeldformulier voor tienminutengesprekken op een andere school en een aanmeldformulier om kennis te maken met de nieuwe therapeuten (allemaal heel belangrijk!). Dan heb ik het nog niet over het regelen van taxivervoer, het organiseren van de pgb, veranderende wet- en regelgeving, handtekeningformulieren, muzieklessen, recepties, borstvoedingen, barbecues, teamuitjes, verjaardagen enz. enz.

En oh ja, ik ben weer fulltime gaan werken in mijn nieuwe leidinggevende functie per 1 september jl. Nu begrijpen jullie vast wel waarom ik niet eerder een blog geschreven had. Waarom nu dan wel? Nou, er is nog iets. Op 23 september jl. heb ik mijn diploma AD-SWZ in ontvangst mogen nemen! Nu mijn studie afgerond is heb ik weer zeeën van tijd voor andere dingen, zoals het schrijven van een blog ;-). Daarbij komt dat ik steeds weer de vraag krijg (soms gepaard met dreigementen) of ik weer eens een blog ga schrijven. Maar de allerbelangrijkste reden: Ik miste het schrijven over Joëlle. En ik ben écht van plan om te proberen wekelijks wat te schrijven! Dus ik zou zeggen: welkom terug. En dat zeg ik dan vooral tegen mezelf!

Joëlle is grote zus!

 

Samuël

 

Gisterochtend, zondag 7 april, is Joëlle grote zus geworden van broertje Samuël!

Samuël is thuis geboren, alles is goed. De bevalling mocht voorspoedig verlopen. Moeder en kind maken het goed! Samuël weegt 9,5 pond en is 56 cm lang! Met Lianne gaat het ook goed!

Het is na onze ervaring met Joëlle bijna niet te bevatten. Zo bijzonder, zo mooi, zo gaaf. We zijn ontzettend dankbaar!

Samuël geboren!

Buikknuffelen

Het is een tijd geleden dat ik een blog heb geplaatst. Ik voel me daar een beetje schuldig over! Temeer nu steeds meer mensen bezorgde berichtjes sturen…. Heel warm, dank daarvoor.

In de achterliggende tijd zijn we vooral druk geweest met onszelf, met de voorbereiding op de gezinsuitbreiding, en met werk en studie. Het feit dat ik per 1 december jl. een leuke leidinggevende functie heb gekregen (teamleider van de woongroep waar ik als begeleider werk) en dat ik dit jaar mijn studie afgerond wil hebben, naast het gezin, zorgt ervoor dat mijn aandacht vooral op bovenstaande zaken  gericht zijn

Daarbij zijn we natuurlijk ook veel met Joëlle bezig. Het blijft een prachtig kind, op haar manier in ontwikkeling, maar wel met 24-uurszorg. We zijn bezig met het aantal ochtenden op school uit te breiden. Vanaf deze week gaat ze 4 ochtenden naar school. Tot nu toe kan ze het goed aan. Om dat te kunnen realiseren hebben we in overleg met de gemeente één op één vervoer kunnen regelen. En ze start wat later, zodat ze niet meer om 7.00 uur opgehaald hoeft te worden, maar om 8.30 uur. Voor ons ook een stuk beter te doen.

Buikknuffelen

We proberen Joëlle zo goed mogelijk voor te bereiden op de baby. Dat doen we door boekjes voor te lezen, te praten en te vertellen over de baby die nu nog in mama’s buik zit, maar binnenkort geboren wordt. En ook door Joëlle contact te laten maken met de baby in de buik door met de buik te knuffelen, en tegen de buik te praten. Joëlle vind het allemaal nog een beetje spannend. Maar verder kijkt iedereen er erg naar uit, zeker nu de babykamer gereed is, de spulletjes aangeschaft zijn, en ons bed ‘op poten’ staat. Laat maar komen dus.

In verband met de aandacht die deze gebeurtenis gaat vragen in combinatie met wat ik hierboven heb beschreven zal ik voorlopig nog niet frequent een blog schrijven. Er is zeker genoeg te vertellen. Maar ik moet keuzes maken, en kan niet alles doen wat ik graag zou willen. Daarom voorlopig de blog op een laag pitje. Als er meer tijd vrij komt dan hoop ik het frequent schrijven van een blog zeker op te pakken!

Enne…. Uiteraard doen we een berichtje op de blog als het zover is.

Een casemanager?

Dat is een tijd geleden, mijn laatste blog! Hoog tijd voor een update. Er is ook weer veel gebeurd. Met Joëlle gaat het inmiddels een stuk beter. Haar gewicht is toegenomen waardoor ze meer weerstand heeft en sterker is. Recent zijn we met haar een uurtje op school geweest. Nu zijn we met de gemeente in overleg over het taxivervoer. Zodra de randvoorwaarden om weer naar school en therapie te kunnen gaan geregeld zijn, kan ze weer gaan opbouwen. Dat zou voor ons ook fijn zijn omdat ze nu al meer dan twee maanden elke dag helemaal thuis is. Een behoorlijke belasting voor ons. Gelukkig worden we zo nu en dan ontlast door de pgb-hulp die er samen met Joëlle altijd weer een feestje van maakt!

Ze kan weer mee naar buiten, en dus ook mee een kopje koffie drinken in de stad.

Het gaat met Joëlle dus weer de goede kant op. Met ons als ouders gaat het ook beter. Na een moeilijke periode krijgen we weer wat meer energie. Met Lianne en de zwangerschap gaat het goed. De komst van een baby eind maart D.v. betekent ook de nodige praktische voorbereidingen. Doordat we de afgelopen weken zo druk zijn geweest met de ziekenhuisopname en het ziek zijn van Joëlle is er veel blijven liggen. Inmiddels begint het weer aardig op de rit te komen. Dat is ook de reden dat ik een paar weken geen blog heb geschreven.

In de achterliggende tijd zijn we er wel achter gekomen dat we te veel op ons bordje hebben. Alle regelzaken rond Joëlle, de pgb-administratie, de contacten met de scholen en de therapie, het indienen van aanvragen rond voorzieningen, de gesprekken en controles bij de artsen, enz. enz. Dat alles naast de ‘gewone’ gezinszaken en de verbouwing van de zolder, werk, zorg voor het gezin, huishouding, studie, hobby.

Er hoeft niet veel te gebeuren en ons systeem wankelt of valt om. Daar is niemand bij gebaat. Op advies van de kinderarts zijn we aan het nadenken over hoe we onszelf kunnen ontlasten qua taken. In dat kader hebben we vanmorgen een fijn intakegesprek gehad bij het Centrum Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG kan mogelijk een stukje casemanagement bieden. Iemand die het overzicht heeft over alle betrokken professionals, en wat zij doen. Een aantal regelzaken kunnen door die persoon over genomen worden. Maar ook preventief signaleren kan een taak zijn van een casemanager. Naast het casemanagement kan het CJG ook gezinsondersteuning bieden. Dus we hopen dat met het nemen van deze stap ons een stukje zorg en taken uit handen genomen kan worden.

Het is een intensieve periode geweest rond Joëlle. We zijn blij en dankbaar dat het nu beter gaat! We genieten ook van dat het wat beter gaat, we genieten ook heel erg van de zwangerschap. Er is dus veel om dankbaar voor te zijn, en dat zijn we dan ook. Tegelijk moeten we heel goed op onze (en op Joëlle’s) grenzen blijven letten en zowel onszelf als Joëlle niet overvragen. Dat is nog een hele kunst!