Lockdown

In de huidige lockdown zijn de basisscholen gesloten. Gelukkig mag het speciaal onderwijs wel open. De school, gecombineerd met therapie, gaat voor Joëlle dus min of meer door. Dat is heel fijn. Want Joëlle wordt groter, haar behoeften ontwikkelen, haar begeleidingsvraag neemt toe. Maar ze blijft door haar aangeboren verstandelijke en lichamelijke beperkingen belemmerd om zelf iets te doen.

Dat maakt het begeleiden intensief. Daarom is het fijn dat ze naar school kan. Althans, gedeeltelijk. Door alle omstandigheden merken we dat aan alle kanten de betrouwbaarheid, de voorspelbaarheid en de veiligheid er niet is. Juffen en meesters zijn ziek of moeten in quarantaine. Uitval door corona over overbelasting door de huidige moeilijke omstandigheden maken het hele systeem ontzettend wankel.

Zo was deze week de vaste taxichauffeur onverwacht afwezig. Wie komt haar ophalen? Weet de waarnemer dat Joëlle niet kan praten en geen slikreflex heeft? Dat er geen conversatie mogelijk is, en dat Joëlle epilepsie kan krijgen in de taxi? Zou hij/zij het snappen als Joëlle wil aangeven dat ze niet goed zit, niet lekker is, moet spugen, of iets wil vertellen?

Ook de vaste juffen zijn al even ziek. De vervangers doen ongelofelijk hun best, maar desalniettemin gaat er soms wat fout. En wie staat er vandaag voor de klas? Een bekende juf? Een onbekende meester? We vertrouwen er op dat alle begeleiders op school goed weten wat ze met Joëlle wel en niet moeten doen. Maar kunnen ze zich redden als de sondevoedingspomp een error geeft? Het stroom op is? Als de fles leeg is en vervangen moet worden? Als Joëlle niet meer verder komt met de spraakcomputer?

Vanmorgen kregen we rond 07.00 uur bericht dat vandaag ook een invaljuf uitvalt. Of de kinderen toch thuis kunnen blijven. Deze week is ze al een extra dag thuis geweest. Vorige week was ze drie doordeweekse dagen thuis. Dagen waarop ze elke minuut van de dag begeleid moet worden. Dagen waar we niet op berekend zijn. Ik heb mijn werk en Lianne heeft naast de begeleiding het huishouden en de vele administratieve regeltaken (deze zijn vaak gerelateerd aan het hebben van een gehandicapt kind, daarover later een blog).

Wat taken van de to-do-list wegstrepen zit er dan niet in: er moet voor Joëlle gezorgd worden. Vanmorgen lazen we het bericht wat later. Joëlle zat al klaar, de taxi was onderweg. Normaal gesproken zouden we Joëlle haar jas weer uit doen, en de taxi afbellen. Vanmorgen hebben we ervoor gekozen om de taxi niet af te bellen, en Joëlle toch naar school te sturen. Daar is opvang mogelijk waar we nog niet eerder gebruik van hebben gemaakt.

Vandaag doen we dat wel. Met een licht schuldgevoel. En tegelijkertijd voelt het een klein beetje als een overwinning. Soms moeten we iets meer voor onszelf opkomen. Als de steuncirkel om ons heen wankelt moeten wij des te meer zorgen zelf niet te gaan wankelen.

En dat is in deze tijd een hele uitdaging!